Nel de Jager is al meer dan 20 jaar winkelstraatmanager. Eerst als vrijwilliger, nu betaald. En terecht: dankzij consequent hard werken, wist zij onder andere een onveilig Amsterdams gebied om te toveren tot populaire en sprankelende winkelstraat. Wat doet een winkelstraatmanager eigenlijk? ‘Zwervers, straatvuil, leegstand, criminaliteit; toen ik in 1987 begon met dit werk, was de Haarlemmer buurt in Amsterdam rommelig en onveilig. Winkelstraatmanagement – laat staan een winkelstraatmanager – bestond toen niet. Ik werkte in Rotterdam bij de wijkaanpak. Een oud-studiegenoot, werkzaam bij Werkgroep Winkelbeheer, benaderde mij met de vraag of ik er iets voor voelde aan de slag te gaan met de nog gevestigde winkeliers in het Amsterdamse gebied. Zij vond het wel iets voor mij, ook omdat ik daar in de buurt woonde. Zo ging ik aan de slag als vrijwilliger. Best druk zeker? Absoluut. Ik onderhield voortdurend met bewoners, ondernemers, gemeente, politie en instanties uit de buurt. Bijvoorbeeld de winkeliersvereniging. In de loop der jaren wist ik met hen van alles voor de buurt te organiseren. Bijvoorbeeld meer horecagelegenheden en mogelijkheden voor starters. Ook plaatsten we een prachtige, zelfontworpen bankjes bij tal van winkels om de openbare ruimte aantrekkelijker te maken. Dit ging tegen de plannen van de gemeente in en was dus een hele uitdaging.’ Moest je vaak tegen de stroom in roeien? ‘Ja best wel. Maar dat maakt het werk ook leuk. Ik heb vaak gezien hoe makkelijk het is om nee te zeggen. Mensen moeten vaker als uitgangspunt nemen wat wél kan. Volgens mij kan alles. Als je maar wilt, dingen eens anders durft te doen. Voor de Haarlemmer buurt heeft deze insteek gewerkt. De Marokkaanse bakker onderneemt nu naast de trendy koffiebar. Er komen mensen met een smalle beurs en mensen met een bredere beurs. Het gebied sprankelt.’ Je hebt ook een tijdje in Den Haag gewerkt, wat deed je daar? ‘Dezelfde functie. Ik kom uit Den Haag en heb drie jaar in het Zeeheldenkwartier gewerkt op verzoek van de gemeente daar. In de winkelstraat was veel leegstand, gedoe en malaise. Het viel me al snel op dat de Zeeheldenbuurt een goed klimaat voor starters heeft. De huren zijn (nog) niet heel hoog. Daardoor konden wij de buurt als een soort proeftuin gebruiken en kijken of onze plannen zouden werken. Ik ben aan de slag gegaan en heb de focus gelegd op food en design. Bij inventarisatie bleken dat de belangrijkste items die er te vinden waren.Daarmee kon het Zeeheldenkwartier zich wellicht profileren. Vooral deze speciaalzaken vind je er nu nog steeds terug.’ Appeltje eitje? ‘Makelaars vonden de Zeeheldenbuurt waardeloos en waren blij dat het verder zou worden ontwikkeld tot winkelgebied. Grappig genoeg was Appeltje Eitje de eerste nieuwe starter die zich in die tijd in de straat vestigde. Daarna volgden meer, maar appeltje eitje was het niet. Er was een hoop werk aan de winkel. Wandelroutes en tours, een logo voor de buurt, foodmarket, leuke activiteiten voor de bewoners, nieuwe horeca. Drie jaar lang organiseerden we van alles om de Zeeheldenbuurt aantrekkelijker te maken. Met succes. Ik hoop dat de betrokkenen die energie en vibe vasthouden nu ik weg ben.’ Jij kent vast veel trends op winkelgebied? ‘Momenteel is de trend op winkelgebied kleinschalig, ambachtelijk en fairtrade. Grote ketens hebben voor sommige mensen meerwaarde, maar missen eigenheid en iets unieks. Dat herken ik wel. Ik koop ook liever één meubel- of kledingstuk dat verantwoord en eerlijk is geproduceerd dan een berg goedkope spullen.Vintage wint terrein: mensen vinden het prachtig om tweedehands spulletjes te kopen. Van iets ouds iets nieuw te maken.’ Hoe voorspel je de toekomst op winkelgebied? ‘Ik denk dat grote ketens erg zullen veranderen. Neem de V&D bijvoorbeeld. Daar zie je vaak door de bomen het bos niet meer. Mijn tip aan hen is doorgaan met LaPlace –vers en verantwoord doet het goed –en delen van de winkelpanden terug te geven aan de vastgoedeigenaren. Ook blokker zal vermoedelijk veranderen en kleinere winkels gaan afstoten. Daar komen anders opgezette winkels voor terug zoals in de Jodenbreestraat in Amsterdam. Ruimer, overzichtelijker. Ook Albert Heijn zie ik veranderen: marktkraampjes in de winkels en veel versproducten. De invloed van de overdekte en populaire (food)markten speelt daarbij een grote rol.Daar ligt de toekomst.’ foto Nel door Tirza Teule / Foto achtergrond door Justin Manders